Goeden morgen !
Voyons un peu le vocabulaire de la salle de bain...

de badkamer (s)

de lavabo (s)

het bad (en)

de douche (s)

de weegschaal (weegschalen)

de zeep (zepen)

de shampoo (s)

de spiegel (s)

de handdoek (en)

de kam (men)
de borstel (s)

het washandje (s)

het toilet / de WC

het toiletpapier

de tandenborstel (s)

het scheerapparaat (scheerapparaten)
Tot ziens !
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire